Dit is het advies zoals het door de stichting is uitgedragen aan de commissie Knottereus.

aan: De Adviescommissie Experiment Gesloten Coffeeshopketen.

Geachte Commissieleden,

De Stichting Drugsbeleid is erkentelijk voor de uitnodiging. Vanaf onze oprichting in 1996 zetten wij ons in voor een drugsbeleid met minder criminaliteit en gezondheidsrisico’s. De weg daarheen gaat naar onze overtuiging via het toestaan van  drugs onder verstandige  voorwaarden.

Het verbod en de daaruit voortgevloeide drugsoorlog zijn een doodlopende weg. Minister Grapperhaus heeft immers meegedeeld dat politie en justitie slechts 10% van de drugs onderscheppen, terwijl de recherchechef verklaarde dat al hun inspanningen geen merkbare invloed op de prijs hebben en dat zij de strijd tegen drugscriminaliteit niet kunnen winnen  (10-4-18, Volkskrant en NOS).

Reden temeer dus voor het Experiment! Het is een historische kans om cannabis, de meest gebruikte drug, van begin tot eind onder controle van de maatschappij te brengen. In 1998 bepleitten wij dit al in onze brochure “Coffeeshop uit de schaduw – plan voor regulering van de achterdeur”.

Het experiment kan naar onze mening slagen als er aanpassingen komen. Hieronder zetten wij dat uiteen.

  1. 1. Fremkörper

De gedoogde verkoop van cannabis via coffeeshops heeft ertoe geleid dat deze een rijk geschakeerd palet aan varieteiten verkopen. Volgens het voorstel van het Kabinet wordt nu in deze markt een “Fremkörper” neergelaten in de vorm van legaal geteeld product binnen een beperkt aantal coffeeshops, die alleen nog het legale produkt mogen verkopen. Voorts ziet het er naar uit dat de kweek aan éen of slechts enkele kwekers wordt gegund. Wat gaat er dan gebeuren?

  1. 2. Risico coffeeshops.

In de eerste plaats zou hasj – een kwart van de omzet van coffeeshops- dan niet aangeboden kunnen worden, want die buitenteelt wordt hier binnen de 4 jaar niet mogelijk geacht. In de tweede plaats is het onwaarschijnlijk dat de enkele legale kwekers het volledige palet van de verkozen coffeeshops kunnen produceren; de shops betrekken hun aanbod nu van een veelvoud aan kwekers. Daarmee dreigt voor de coffeeshops een aanzienlijk verlies aan omzet en aantrekkelijkheid.

  1. 3. Hasj.

Wij stellen daarom voor dat de aangewezen coffeeshops naast de nieuwe, legale produkten desgewenst ook hun bestaande assortiment van hash en andere producten mogen blijven verkopen. Legale wiet die netjes, zonder kwalijke bestrijdingsmiddelen wordt geproduceerd, van deugdelijke etikettering over sterkte en samenstelling is voorzien en niet of nauwelijk duurder is, krijgt daarbinnen dan een mooie entree.

  1. 4. Organische ingroei.

Langs deze ‘organische’ weg worden de consumenten niet voor het blok gezet maar verleid. En zo lopen de aangewezen coffeeshops niet het risico om klanten te verliezen maar gaan zij hun best doen ze voor het legale produkt te winnen. Beider welwillendheid en liever nog enthousiasme is onontbeerlijk voor het welslagen van het experiment !

  1. 5. Prijs.

Wij noemden het legale product ‘niet of nauwelijks duurder ‘ dan het illegale. Dat wordt cruciaal voor het succes of falen in een markt, waar rondom de uitverkoren coffeeshops een zwarte markt en in nabije gemeenten andere coffeeshops hun waren aanbieden. Illegale producenten leggen een risicopremie op hun verkoopprijs omdat ze opgerold kunnen worden. Bij het legale produkt vervalt die, maar daar staat tegenover dat er inkomstenbelasting en btw wordt geheven. Zou de verkoopprijs van het legale produkt te hoog of te laag worden dan zou gereguleerd moeten worden door verlaging of verhoging van belasting (accijns?).  

  1. 6. Evaluatie.

Dat brengt ons op de vraag of legale productie het cannabisgebruik zal verhogen, verlagen of dat het geen verschil zal maken. Wanneer er geen ingrijpende verandering van de omzet bij de deelnemende coffeeshops optreedt is het antwoord simpel. In dat geval vermindert de criminaliteit en verbetert de gezondheid evenredig met de verkoop van het legale produkt.

Wij verwachten geen grote veranderingen omdat de markt al   zo’n 30-40 jaar vrij toegankelijk is en het niet in de rede ligt dat een -legale en meer biologische maar niet fundamenteel andere- produktiewijze de totale consumptie van cannabis ingrijpend zal beinvloeden.

Evaluatie van het experiment hoeft dan echt geen 4 jaar te duren.

Pas als de omzet aanzienlijk groter dan wel kleiner wordt is de evaluatie ingewikkeld. Dan zou uitgezocht moeten worden of dat komt door instroom van nieuwe gebruikers, of gepaard gaat met verschuiving naar, of vanuit, andere coffeeshops dan wel andere drugs of alcohol, en of dat gunstig of ongunstig uitpakt.

Als bij de start een 0-meting gedaan wordt en vervolgens de vinger aan de pols wordt gehouden is het voorgestelde terugdraaien van het experiment na 4 jaar onnodig.

  1. 7. Opschieten!

Tenslotte nog dit. De ‘laboratorium’ opzet die het Kabinet voorstelt is gecompliceerd en traag. Op zijn vroegst is pas in 2025/26 evaluatie en nieuw beleid te verwachten. Ondertussen verandert de wereld. In de VS is nu al in 9 staten cannabis voor recreatief gebruik wettelijk toegestaan. Canada volgt binnenkort en in Azie, Israel en Latijns Amerika borrelt het.

Te verwachten valt dat op korte termijn multinationals gaan ontstaan die met uitbundige reclamebudgetten en geavanceerde produktiemethoden de wereld gaan bestormen.

Willen wij ons sociale coffeeshopmodel behouden -en liefst een graantje meepikken van de zich ontwikkelende enorme markt- dan dient Nederland haast te maken met legalisering !