Dit artikel verscheen december 2021 in Spuit 11, het tijdschrift van de belangenvereniging voor drugsgebruikers MDHG.

Door: Dennis Lahey

“De échte problematiek ontstaat steevast na het verbod.”

Symposium over het drugsverbod van de chique dame van de legaliseringsbeweging.

Stichting Drugsbeleid vierde dit jaar haar 25-jarig bestaan met een symposium over de oorsprong en de oplossing van het drugsprobleem. Nou ja, vierde: “Wij zouden liever op onze lauweren rusten, maar de jammerlijke staat van het Nederlandse drugsbeleid verhindert dat.” De oplossing moet volgens vrijwel alle aanwezigen gezocht worden in legalisering.  Dat lijkt ver weg, maar voorzitter Raimond Dufour haalt aan het begin al direct Willem van Oranje aan: “Het is helemaal niet nodig te hopen om te ondernemen, noch te slagen om te volharden”.

Waarschijnlijk is alleen de locatie wat velen verwachten van een bijeenkomst over drugslegalisering. Via liften met discolichten en dance muziek worden de deelnemers naar de zestiende etage van de A’dam Toren gebracht, van waaruit heel Amsterdam te overzien is. De gemiddelde leeftijd van de deelnemers is echter een flink stuk hoger dan gebruikelijk in dit dance walhalla. Stichting Drugsbeleid is de chique dame binnen de legaliseringsbeweging, met een Raad van Advies vol voormalige ministers (Dries van Agt, Hedy d’Ancona, Jan Terlouw, Frits Bolkestein), hoogleraren en hotemetoten uit de zorg en rechtspraak, maar bijvoorbeeld ook dance pionier Duncan Stuttenheim, die tevens de locatie beschikbaar stelde. Ook Peter R. de Vries was niet lang voor zijn dood tot dit gezelschap toegetreden, omdat “de war on drugs al heel lang geleden verloren is”.

Fleur Woudstra praat de middag aan elkaar. Als bewoonster van de Groningse binnenstad zag zij jaren geleden haar wijk in korte tijd veranderen met de komst van druggebruikende straatprostituees. Met andere buurtbewoners richtte zij een actiecomité tegen de overlast op, om tot hun eigen verbazing tot de conclusie te komen dat harder optreden juist averechts werkt en inhumaan is. Sindsdien is Fleur al jarenlang een actief lobbyist voor legalisering en zit zij in het bestuur van stichting Drugsbeleid.

Morele paniek

Omdat strafadvocaat Willem Backer onverwachts een cliënt moet bijstaan, is het aan haar om zijn tekst voor te dragen. Backer benadrukt dat de morele paniek over drugs al eeuwenoud is. “De échte problematiek ontstaat steevast na het verbod. De productie en handel verplaatst zich naar de illegaliteit – en gaat gepaard met strafbare feiten, dát is de kern van het huidige probleem.” Als strafrechtadvocaat is Backer niet snel geneigd zich te mengen in een maatschappelijke debat, maar “voor mij voelt het met name onbevredigend dat een grote groep slachtoffers van zware gewelds- en zedendelicten eindeloos moeten wachten op politie en justitie. Geregeld sta ik cliënten bij die ernstig letsel hebben opgelopen door geweld. Een aangifte komt op de stapel te liggen op een willekeurig politiebureau. Dat komt volgens mij vooral door verkeerde prioritering. Drugsbestrijding legt beslag op zeker de helft van de capaciteit van politie en justitie.” Zijn schets van een willekeurige dag in de rechtbank is veelzeggend: “Twee Albanezen met 1,5 kilo cocaïne, een man met 100 stekjes op een zolderkamer in Spijkenisse, een vrouw die vanuit haar huis xtc verkoopt. Allemaal strafbare feiten, maar zaken zonder aanwijsbare slachtoffers.”

Ingebed in de gebruikerswereld

MDHG-oprichter August de Loor van Adviesburo Drugs zegt zich regelmatig voor het Nederlandse drugsbeleid te schamen, bijvoorbeeld toen premier Rutte in Canada de achterhaalde ‘stepping stone-theorie’ verkondigde: de weerlegde stelling dat gebruik van cannabis leidt tot gebruik van andere soorten drugs. De Loor spreekt liever over regulering dan over legalisering. Een belangrijke voorwaarde is dat die moet zijn ingebed in de belevingswereld van de gebruiker. Met een grote diversiteit aan coffeeshops is dat goed geregeld; de klinische omgeving van de heroïneverstrekking staat daarentegen veel te ver af van de setting waarin de gebruiker wil zijn. Een goede regulering vraagt van alle betrokkenen om een inspanningsverplichting. Met legalisering alleen kan niet worden volstaan: dan geef je de regie over het gezondheidsbeleid uit handen.

Big Pot

Eenzelfde boodschap heeft Wim van Dalen, directeur van kennisinstituut voor alcoholbeleid STAP. Hij waarschuwt bij de legalisering van cannabis voor ‘Big Pot’, in navolging van Big Alcohol en Big Tobacco. Volgens hem is de alcoholindustrie feitelijk een marketing-industrie, met een buitengewoon effectieve lobby. Overheden worden om de tuin geleid met als doel geen effectieve maatregelen te nemen. “In Europe sterven volgens de WHO jaarlijks 1 miljoen mensen vanwege alcoholgebruik. In Nederland zijn dat er ruim 8.500 per jaar. De jaarlijkse kosten voor de samenleving wordt door het RIVM geschat op 4,2 tot 6,1 miljard euro. De alcoholindustrie is zeer alert om mee te werken aan zogenaamde oplossingen. Eén van de strategieën is de suggestie dat de problemen niet het gevolg zijn van hun product, maar van verkeerd gebruik.” Volgens Van Dalen moet daarom niet de rode loper worden uitgelegd voor het grote geld. “Zorg ervoor dat je goed op de hoogte bent van de intenties van de partijen waarmee je samenwerkt. Streef naar gezamenlijke doelen en laat onafhankelijke wetenschap de basis zijn van je beleid.”

Politiek

D’66-kamerlid Joost Sneller geeft een toelichting over hoe de Tweede Kamer bezig is met de cannabislegalisering en de kansen om bijvoorbeeld xtc te legaliseren. Hoewel hij en zijn partij daar positief tegenover staan, krijgt hij ‘als vertegenwoordiger van de politiek’ veel kritiek vanuit de zaal over zich heen. Egbert Tellegen, auteur van het ‘Het Utopisme van de Drugsbestrijding’, zegt zich te ergeren hoe de moord op Peter R. de Vries door politici wordt misbruikt om nog meer geld uit te trekken voor bestrijding. “Het is schandalig dat je iemand herdenkt, en dat je ter gelegenheid daarvan verhalen gaat vertellen die totaal in zijn strijd zijn met zijn eigen gedachten.”

De ergernis wordt in de zaal breed gedeeld. Waarom lukt het niet om politiek de onvrede bij de rechtelijke macht, de verslavingszorg, de politie et cetera om te zetten in een ander beleid? Volgens Sneller moeten we ons realiseren dat 81 van de 150 Tweede Kamerzetels in handen zijn van conservatieve en repressieve partijen. Het zou helpen wanneer de legaliseringsbeweging de twijfelaars bij VVD en CDA weet over te halen. Helaas waren die niet bij het symposium aanwezig.

Een van de deelnemers ziet daarom liever een publiekscampagne, en heeft al dummy’s voor billboards laten maken. De teksten zijn in ieder geval aansprekend: ‘Ons volksgezondheidsbeleid lijdt onder slecht drugsbeleid’, ‘Drugsverbod is geen drugsbeleid’ en ‘De politiek moet afkicken van het drugsverbod’. Daar is Sneller het in ieder geval ook mee eens.